Sandra Paelinck zong vanaf haar negen jaar in het kinderkoor van de Vlaamse Opera in verschillende grote operaproducties, zoals La Bohème, Tosca en Die Zauberflöte. Hierna volgde ze zanglessen bij Lieve Suys en begon ze in september 2003 met de zangopleiding aan het Koninklijk Vlaams Conservatorium te Antwerpen bij Bernadette Degelin. Hier kreeg ze ook lessen van Lucienne van Deyck, Carol Yahr, John Norris en Guy Joosten. Masterclasses volgde ze o.a. bij Irwin Gage en Eva Marton. Haar studies vervolledigde Sandra bij Stephanie Friede en zo studeerde ze in 2008 af met grote onderscheiding. Daarna heeft ze haar zangtechniek verder ontwikkeld bij Lubov Stuchevskaya.

 

Vanaf 2006 tot 2023 maakte Sandra deel uit van het koor van Opera Vlaanderen waar ze met dirigenten werkte zoals Silvio Varviso, Alberto Zedda, Dmitri Jurowski en ook met regisseurs zoals Robert Carsen, Terry Gilliam en Christop Waltz. Sinds 2019 maakt ze ook deel uit van het Vlaams Radiokoor waar ze al met dirigenten heeft gewerkt zoals Barbara Hannigan, James McMillan en Kaspar Putnins. 

In Opera Vlaanderen was ze ook al te horen als soliste in “Die Lustige Witwe” van Léhar (Grisette), in “Aladino e la lampada magica” van Nino Rota (Hofdame) in “Der Rosenkavalier” van R. Strauss (Adelige Waise), in "Idomeneo" van W.A. Mozart, in "The Gambler" van Prokofiev (Savvy lady), in “Les Bienveillantes” van Parra (Hedwig) en in "Le Nozze di Figaro" van W.A.Mozart (due donne).  Als soliste zong ze oa ook al bij Zomeropera te Alden Biesen , Der Junge Kammeroper in Keulen en het Vlaams symfonisch orkest. Zo heeft ze oa al Euridice in “Orfeo e Euridice” van Bertoni en Röschen in “Dornröschen” van Humperdinck gezongen. Als mezzo zong ze de laatste jaren meerdere grotere werken zoals het Verdi Requiem, Il Trovatore van Verdi (Azucena), Mozart Requiem, Carmen van Bizet (Carmen), Dido en Aeneas van Purcell (Dido), de Johannespassie van Bach, de koorfantasie van Beethoven en Haydn's Nelsonmis.